Groene Agenda: wonen
Begin hier
Vergroening door woningcorporaties
Vergroening in de sociale woningbouw
Gezondheid
De werking van groen
› Een groene omgeving is rustgevender dan een bebouwde omgeving: mensen herstellen er sneller van stress, het concentratievermogen herstelt sneller en de gemoedstoestand wordt positiever.
› Kinderen met ADHD kunnen zich na een wandeling in een stadspark beter concentreren dan na een even lange wandeling door een woonbuurt of het stadscentrum. Een groene omgeving in de wijk leidt tot ca. 10% minder voorschrijving van ADHD-medicijnen aan kinderen (geldt niet in ‘dure’ wijken).
› Meer groen in de woonomgeving gaat samen met een lagere kans op stressgerelateerde aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, depressies en angststoornissen.
› Alleen al zicht op (veel en gevarieerd) groen vanuit de woning gaat gepaard met een lager niveau van het stresshormoon cortisol en een hoger gevoel van welzijn.
› Vooral bevolkingssegmenten die niet in staat of genegen zijn om natuur verder van huis op te zoeken, profiteren van groen dicht bij huis: kinderen, ouderen en groepen met een lage sociaaleconomische status.
› Ook op oudere leeftijd heeft men nog steeds profijt van contact met groen in eerdere levensfasen. Een relatief hoog percentage groen in de leefomgeving tijdens de jeugd en de volwassenheid kan de afname van geestelijke vermogens op oudere leeftijd vertragen.
› Mensen die naar een groenere woonomgeving verhuisden, hebben na de verhuizing langdurig een betere mentale gezondheid.
› Lokale aanwezigheid van groen en water draagt bij aan een lagere kans op de ontwikkeling van angststoornissen.
› Basisschoolkinderen die opgroeien in een dichtbebouwde omgeving hebben baat bij een hoge boomdichtheid. Een studie geeft aanwijzingen dat deze kinderen minder kans hebben op de ontwikkeling van autisme.
Sociale samenhang in de buurt
Aanbevelingen
› Het groen moet als veilig worden ervaren; met name dichte, zichtbeperkende begroeiing en/of tekenen van verwaarlozing kunnen tot gevoelens van onveiligheid leiden.
› De effecten van groen op de sociale samenhang spelen vooral op relatief korte afstand. Een klein (veilig en aantrekkelijk) buurtparkje is in dit opzicht vaak effectiever dan een groot stadspark, want men moet er vooral medebuurtbewoners tegenkomen.
› Bevorder een lange verblijftijd; dit vergroot de kans op toevallige ontmoetingen. Denk bijvoorbeeld aan bankjes rond een centrale plek in het groen waar iets te beleven valt, zoals een waterelement.
› Houd bij de inrichting rekening met de doelgroep. Met name voor ouderen lijkt vooral de ontmoetingsfunctie van belang.
› Als het groen meerdere gebruiksfuncties heeft, is het belangrijk dat die goed samengaan en bij de gebruikers van de diverse functies niet tot conflicten leiden.