Nieuws

70 jaar watersnoodramp: de lessen en de toekomst

Bron foto: Cor van der Waal, Duin bij waterkering (iStock)
Samenvatting
  • Onderwerp
    waterveiligheid, watersnoodramp
  • Interessant voor
    docenten, planologen
Bekijk de bronnen
De watersnoodramp in 1953 staat op ieders netvlies gebrand. Het is dit jaar 70 jaar geleden dat de dijken doorbraken in Zeeland op 1 februari 1953. De gevolgen waren verschrikkelijk. Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland liepen onder water, waarbij 1836 mensen en tienduizenden stuks vee verdronken. Hiermee was de watersnoodramp de grootste natuurramp van de twintigste eeuw in Nederland.

De ramp vond plaats door – onder andere – slecht onderhoud van onze dijken. Er was in die tijd te weinig geld voor de waterschappen om goed onderhoud te plegen. Door de combinatie van deze bestuurlijke keuze, extreme waterstanden en een heftige storm met springtij kon de watersnoodramp helaas gebeuren.

‘Nooit meer’

Onder dit motto werden na de ramp de herstelwerkzaamheden aan de dijken aangepakt. Nederland ligt onder de zeespiegel, en daarom moesten er ook slimmere oplossingen worden bedacht, om dit in de toekomst nooit meer te laten gebeuren. De Deltawerken werden gebouwd en beschermen ons nog steeds.

Experts aan het woord

Deltares heeft een interactieve tool gemaakt waarin vijf experts terugkijken óp en vooruitkijken náár de watersnoodramp. Zij delen hun lessen, maar ook wat er nodig is om ons land veilig te houden tegen bijvoorbeeld klimaatverandering.

Zo vertelt Mark Klein Breteler (dijkexpert) over een nieuwe manier van dijkversterking. Vroeger werden de dijken steeds hoger gebouwd. ‘Op het laatst bouwden ze in Zeeland zelfs nog muurtjes bovenop de dijken om golven te breken’, zegt de dijkexpert. De toekomst van waterbescherming ziet hij in ‘innovatieve dijken’: dit zijn dijken met innovatieve betonblokken en dijken die samenwerken met de natuur. Een innovatieve, groene dijk bevat materiaal uit de omgeving en biedt een plek voor schapen en recreanten.

Ook Martin Verlaan (dataexpert) ziet veel verschil tussen toe en nu. In 1953 waarschuwde het KNMI, maar mensen kregen niet het idee dat hun huizen echt onder water zouden staan. Nu zijn voorspellingen veel betrouwbaarder en kunnen we beter communiceren in overstromingsgevoelige gebieden. Toch blijven er onzekerheden. “We werden vorig jaar helaas ook verrast door de extreme regenval in Valkenburg. In het algemeen kunnen we vertrouwen op de voorspellingen en de data, maar ons gedrag is even belangrijk”, aldus de dataexpert.

Bregje van Wesenbeeck (ecoloog) wijst ons erop dat de Deltawerken helaas ook negatieve effecten hebben gehad. Ze functioneren uitstekend, maar sluiten ook ecosystemen af in de monding van de rivieren. In de toekomst zou dit anders kunnen. Bijvoorbeeld door de zee en de rivier meer te verbinden, maar ook door de zee meer toe te laten in het land. Van Wesenbeeck stelt voor om van maakbaarheid naar wendbaarheid te gaan.

Marjolijn Haasnoot (klimaatexpert) adviseert om op tijd te beginnen met het verhogen van de waterveiligheid. Een hogere zeespiegel kan op verschillende manieren worden opgelost. Natuurlijk moeten de Deltawerken goed worden onderhouden. Ze noemt vier scenario’s, maar benadrukt vooral om te blijven samenwerken. ‘Laten we zonder te polariseren samenwerken om de beste mix te realiseren’, aldus Haasnoot.

Arno Nolte (expert integraal waterbeheer) biedt wat in 1953 miste: een lange termijnvisie op het verleden, maar ook op de toekomst. Hoe verhouden we ons tot het water? Dit houdt in dat je inziet dat Nederland vroeger ook overstroomde. Dat dit normaal was, en dat mensen ook doorleefden. Maar ook dat we in de toekomst ons misschien niet vast moeten blijven houden aan maakbaarheid.

Waterschapsverkiezingen

In ons land zijn we nooit klaar met werken aan waterveiligheid. Goede keuzes over waterbeheer worden gemaakt door een goed bestuur. Op 15 maart 2023 zijn de waterschapsverkiezingen, waar je je stem over toekomstig waterbeheer kunt laten gelden.