Nieuws

Vaker droogte, extreme neerslag en hitte in steden, voorspelt het KNMI

Droge rivierbedding
Bron foto: Photodigitaal.nl, Shutterstock
Samenvatting
  • Onderwerp
    Klimaatverandering
  • Interessant voor
    Terreinbeheerders
Bekijk de bronnen
De droogte van 2022 en de voorafgaande jaren wordt eerder regel dan uitzondering. Het KNMI verwacht veel vaker droogte als de temperatuur gemiddeld met 2 graden Celsius stijgt als gevolg van klimaatverandering.

Dat staat in het rapport KNMI Klimaatsignaal ’21. In 2023 komt het weerinstituut naar verwachting met nieuwe klimaatscenario’s voor Nederland. Dat is een verdere uitwerking van het meest recente Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) rapport, vertaald naar de situatie op het Europese continent.

De droogte zal problemen opleveren voor sectoren als de landbouw en binnenvaart en zal een negatief effect hebben op de waterkwaliteit en natuur. De KNMI-rapportage benoemt de zeer droge zomers van 2018 en 2019 en het uitzonderlijk droge voorjaar van 2020. Maar twee jaar later piekt het neerslagtekort eind augustus 2022 al boven het tekort in 2018.

Toekomstig scenario

Hoe zou een droge zomer als die van 2018 eruit kunnen zien in een warmer klimaat? Dat heeft het KNMI met behulp van zogeheten ‘future weather’-experimenten geschetst. In deze toekomstige zomer bij een klimaatstijging van 2 graden Celsius zijn de zomermaanden consequent droger dan in 2018.

Hogere temperaturen leiden tot meer potentiële verdamping en minder neerslag. Hierdoor stijgt het neerslagtekort. De droogte zal ook geografisch uitbreiden over een groter gebied. In de lentemaanden is het effect van klimaatverandering minder eenduidig. Dit illustreert volgens het KNMI de vele toevalligheden die in het weer zitten en ook met klimaatverandering blijven bestaan.

Nederland warmt op

In Nederland is sinds 1901 de temperatuur ongeveer tweemaal zo snel gestegen als het wereldgemiddelde. De gevolgen van klimaatverandering zijn, naast de reeks droge jaren, duidelijk merkbaar beschrijft het KNMI: op 25 juli 2019 ging het kwik door de historische grens van 40°C en in de laatste twee decennia nam het aantal dagen met extreme neerslag toe.

Tussen de periodes 1961–1990 en 1991–2020 is de jaargemiddelde temperatuur in Nederland toegenomen met 1,1°C. De temperatuur is in alle seizoenen gestegen. De toename is het grootst in de lente en het kleinst in de herfst. De lente en de zomer zijn mede opgewarmd doordat in die seizoenen de inkomende zonnestraling toenam. De jaargemiddelde windsnelheid nam daarentegen af.

Gemiddeld over Nederland is de jaarlijkse neerslag met 8 procent toegenomen. De toename is het grootst in de winter en de zomer. Hierbij werden de natte dagen natter; het aantal natte dagen veranderde niet of nauwelijks. De lente is het enige seizoen waarin de neerslag is afgenomen.

Het aantal droge dagen in de lente is sterk toegenomen. De verdamping is in alle seizoenen toegenomen en vooral in de lente. Dit leidt – samen met de afgenomen neerslag in de lente – tot een toename van het maximale neerslagtekort gedurende het groeiseizoen (+ 12%) en een toename van het neerslagtekort aan het eind van de lente (+ 22%).

Invloed van de mens

Het IPCC concludeerde in 2021 dat de opwarming van het klimaat door de menselijke invloed een vaststaand feit is en dat zich op grote schaal een snelle klimaatverandering heeft voltrokken. Daarmee zijn de klimaatexperts stelliger dan in eerdere IPCC-rapporten.

In het Klimaatsignaal’21 probeert het Nederlandse weerinstituut antwoord te geven op vragen als: In welke mate is het klimaat al veranderd? Wat is eigenlijk normaal voor de tijd van het jaar? En waar moeten we in de toekomst rekening mee houden? In het Klimaatsignaal’21 is de kennis vanuit het IPCC aangevuld met waarnemingen en onderzoek van het KNMI, en – waar nodig – vertaald naar de situatie in Nederland.

Alarmbel rinkelt

Met dit rapport geef het KNMI opnieuw het signaal af dat het klimaat in Nederland snel verandert. Ook benadrukt het KNMI dat klimaatverandering in Nederland een steeds grotere impact heeft op onze samenleving. Daarmee wordt eens te meer onderstreept hoe belangrijk het is om – samen met andere landen – de uitstoot van broeikasgassen fors te verminderen, verwoordt hoofddirecteur Gerard van der Steenhoven.

Deze zomer was de op twee na warmste sinds 1901, het begin van onze metingen. Alleen 2018 en 2003 waren warmer. Verder was het extreem zonnig en droog. Eind augustus was het landelijk neerslagtekort opgelopen naar ongeveer 300 mm. Normaal is dat ruim 100 mm.

Klimaatadaptatie in de stad

Zowel nationaal als internationaal hebben veel steden de handen ineengeslagen en werken ze samen aan het ontwikkelen van oplossingen om de ergste gevolgen van klimaatverandering te ondervangen. Voorbeelden hiervan zijn het C40 samenwerkingsverband en de City Deal Klimaatadaptatie. Het beter isoleren van woningen en vergroenen van de stedelijke omgeving worden als de meest kansrijke ingrepen gezien om steden in een toenemend onzeker klimaat bewoonbaar te houden. In dit webinar van De Groene Peper worden de mogelijkheden voor klimaatadaptatie in de stad besproken. Voor het grootschalig klimaatadaptief (ver)bouwen van het woningaanbod heeft een adviesgroep richtlijnen opgesteld. Wil je meehelpen met het vergroenen en verduurzamen van je stad? Kijk dan op het portaal Groen, welbevinden en klimaatadaptatie voor meer informatie.

Bronnen

(6)

Meer informatie

(2)